BRAdmin Light Image
 Index 

Netwerkinstellingen
U kunt de TCP/IP-instellingen van het apparaat wijzigen.

Boot-methode:
U kunt selecteren op welke wijze het IP-adres van het apparaat wordt opgevraagd.
Als u het selectievakje APIPA selecteert, gebruikt het apparaat een door APIPA gegenereerd IP-adres (169.254.1.0 ~ 169.254.254.255) wanneer er geen DHCP-server of andere server beschikbaar is die automatisch IP-adressen kan toewijzen.
Het netwerkapparaat krijgt een IP-adres wanneer het apparaat opnieuw is opgestart of ingeschakeld.


IP-adres/Subnetmasker:
Als u een statisch IP-adres voor het apparaat wilt gebruiken, selecteert u bij Boot Method de optie STATIC en voert u het IP-adres in dat u aan het apparaat wilt toewijzen (indien nodig kunt u uw netwerkbeheerder vragen welk IP-adres u moet gebruiken).


Gateway:
Als u een gateway (router) gebruikt, moet u hier het adres invoeren (indien nodig kunt u uw netwerkbeheerder vragen welk gateway-adres u moet gebruiken).


Over een niet geconfigureerd apparaat
Als uw netwerk geen IP-adressen kan toewijzen, kan het apparaat als een niet geconfigureerd apparaat worden weergegeven omdat het geen IP-adres kon verkrijgen.
In dat geval dient u de Boot Method op STATIC in te stellen en een IP-adres, subnetmasker en gateway in te voeren (indien nodig kunt u uw netwerkbeheerder vragen welke instellingen u moet gebruiken).